Meetapparatuur om emissies in de kalverstal te meten.

Sustainability in stallen

Gesponsord


Tussen nu en 2030 moeten de emissies in Nederland flink omlaag.
Ook in de veehouderij. Zo focust de kalversector zich op de plek waar zij de meeste uitstoot van ammoniak en stikstof kunnen terugbrengen: de kalverstal.
Het onderzoeken en testen van die nieuwe staloplossingen duurt lang, en brengt dilemma’s met zich mee. Waarom kost die verandering zoveel tijd? En wat speelt zich af in de hoofden van de kalverhouders? Henk Bekman van Stichting Brancheorganisatie Kalversector vertelt erover. ‘’Kalverhouders willen graag verduurzamen, maar willen zeker weten dat ze in de goede maatregelen investeren.’’

Traditionele kalverstallen in Nederland zijn uitgerust met roostervloeren boven een diepe mestkelder. Van een meter, of dieper. Daar worden mest en urine bij elkaar opgevangen, en dat zorgt voor ammoniakvorming. De uitstoot daarvan zet de biodiversiteit voor kwetsbare stikstofnatuurgebieden onder druk. Naar schatting komt zo’n 70% van de emissievorming vrij uit die mestkelders. ‘’Daarom is het aanpakken van de mestkelders de meest belovende aanpak om emissies te reduceren’’, zegt secretaris Henk Bekman.

Lopende mestband

Om te voorkomen dat enzymen van bacteriën in de mest de stikstof uit de urine omzetten in ammoniak, is het dus belangrijk om mest en urine van elkaar gescheiden te houden. Bekman geeft voorbeelden van stalaanpassingen om mest slimmer op te vangen. ‘’Denk aan ondiepere mestkelders, met schuine vloeren. Mest blijft daarop liggen, terwijl urine wegloopt. Of aan een systeem waarbij een mestschuif op een ondiepe mestkelder is gemonteerd, en waar in de keldervloer afvoerbuizen zijn gemaakt waar de urine versneld de stal uit kan stromen. Dit zorgt voor een directe scheiding van mest en urine. Met zo’n mestband kunnen we naar schatting tot 80% emissies reduceren.’’

Deze, en andere ideeën, worden beproefd in de zogenoemde proeftuinen van Boer aan het Roer – een initiatief van Regio Deal FoodValley. In de proeftuinen testen pilotbedrijven innovaties in de praktijk. ‘’Het initiatief zet in op stimulatie van reducerende maatregelen, die ze vervolgens in de Proeftuin kunnen testen, meten en evalueren om het daarna in de praktijk te brengen.’’

De ligvloeren in de nieuwe stallen zullen voor het kalf ook comfortabeler, en zachter zijn.

Meer ruimte en een betere luchtkwaliteit

Emissiearme opvang biedt ook kansen voor hoogwaardige bewerking van mest tot organische en minerale bemestingsproducten. Wat past binnen de kaders van de kringlooplandbouw. Ook op dierenwelzijnsgebied zijn er voordelen. Een nieuw stalsysteem verbetert het binnenklimaat van de stallen, wat zorgt voor een betere luchtkwaliteit voor kalveren. Bekman: ‘’Een slechte luchtkwaliteit in de stal kan luchtwegaandoeningen veroorzaken. En juist dit is een van de meest kritische gezondheidsaspecten in de kalverhouderij.’’ Daarnaast zorgt de invoering van nieuwe stalsystemen voor meer ruimte voor de dieren. Waarbij ook de ligvloeren voor het kalf comfortabeler, en zachter zullen zijn.

Maar het creëren van een betere ligplaats, die ook bijdraagt aan emissiereductie is lastig. ‘’De technieken die nu worden ontwikkeld en getest, zijn niet altijd mogelijk, of leiden tot andere problemen’’, vertelt Bekman. Bijvoorbeeld gladdere vloeren waarop kalveren uit kunnen glijden of vloeren die leiden tot een vervuiling van de huid. Daarmee schetst Bekman een dilemma van de verduurzaming. ‘’De ene ontwikkeling mag niet leiden tot grotere problemen op andere vlakken. We moeten daarom zoeken naar een integrale oplossing’’, zegt hij.

Dilemma’s voor kalverhouders

Ook kalverhouders staan in deze transitie voor grote opgaves. ‘’Bedrijfseconomisch is verduurzamen moeilijk.’’ Bekman legt uit dat kalverhouders hun stal voor minimaal tien jaar bouwen. Om een erkend stalsysteem te krijgen, zouden ze dus hun huidige stallen versneld moeten afschrijven. ‘’En dat brengt extra kosten met zich mee’’, zegt Bekman.

Daarnaast is het afgelopen jaar financieel een minder goed jaar geweest. De coronacrisis heeft grote invloed gehad op de kalversector. Veel kalverhouders hebben flinke verliezen gedraaid: door de sluiting van de horeca kon minder kalfsvlees geleverd worden tegen een lagere prijs. ‘’En als je al verlies leidt, houd je weinig over om te investeren.’’

2030 komt steeds dichterbij

Hij benadrukt dat de kalversector wel graag de duurzame slag wil maken. ‘’Maar dan moeten kalverhouders zeker weten dat ze in de goede maatregelen investeren. Stel je voor dat een bepaalde theorie niet klopt, en in plaats van halvering van de emissie, het slechts zorgt voor een reductie van 5%. Dan moet je je afvragen of het de investering het waard is, of we verder moeten zoeken naar andere wegen.’’ Hij beseft zich dat 2030 al snel nadert. Toch is Bekman hoopvol.

De verandering kost veel tijd, en we zijn er echt nog niet. Maar er is genoeg perspectief.

Verduurzaming kalverhouderij, Van Drie Group

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?