Waarom aardappelen misschien naar sinaasappel gaan smaken

Gesponsord

Als je thuis je aardappelen een paar weken laat liggen, ontkiemen ze. Daar is niks geks aan. Tot je erover gaat nadenken: aardappelen worden gerooid in het najaar. Dus als je in mei een zak aardappelen koopt, dan zijn die al acht maanden oud. Als ze bij jou in de keuken na een paar weken ontkiemen – waarom deden ze dat al die maanden in de opslag dan niet? Het antwoord is: door behandeling met een speciaal gas. Maar binnenkort mag dat niet meer. En dat zou kunnen betekenen dat aardappel naar sinaasappel of munt gaat smaken…

‘Een aardappel houdt van een koude, donkere en droge omgeving. Het liefst ligt hij onder de grond, waar hij als het ware slaapt totdat de boer hem in het najaar komt rooien’, vertelt Joris van den Heuvel, adviseur akkerbouw bij Van Iperen – een toeleveringsbedrijf voor land- en tuinbouw. ‘Eenmaal boven de grond, ademt de aardappel door. Omdat het een levend organisme is, dat een hekel heeft aan licht en temperatuurverschillen, is het belangrijk om direct na de oogst de juiste maatregelen te nemen om het ontkiemen te remmen. Dat doet een teler onder andere door hun slaapplek in de schuur na te bootsen. Daar moet het ook donker, droog en koud zijn. Net zoals onder de grond.’

Aardappelen ontkiemen om zichzelf te beschermen tegen schimmels en insecten. In zo’n uitlopertje zit vaak solanine, een natuurlijk gifstof die de aardappel zelf aanmaakt en die je beter niet kunt eten.

Die simulatie is niet de enige manier om het ontkiemen te remmen. In de opslag krijgen de aardappelen ook een speciale behandeling met chloor. ‘Om aardappelen zo lang mogelijk in de schuur te bewaren, krijgen ze chloorprofam. Dat wordt als gas toegediend’, zegt Van den Heuvel. ‘Door dat gas kunnen telers hun aardappelen tot wel een jaar bewaren. Om zo het hele jaar door kwalitatief hoogwaardige aardappelen aan supermarkten en de aardappelverwerkende industrie te leveren.’

Mensen springen toch ook in een zwembad met chloor?

Er is iets aan de hand in aardappelland

Even verschijnt er een lach op het gezicht van Van den Heuvel, maar daarna klinkt hij ernstig. ‘Er is iets aan de hand in aardappelland’, zegt hij. ‘Vanaf dit jaar verbiedt de EU het middel chloorprofam. Mogelijk bestaat er een risico voor de gezondheid van de consument. Aardappeltelers zijn in rep en roer. Vanaf de nieuwe oogst dit najaar mogen zij hun aardappelen niet meer behandelen met het chloor.’

Dat dit nu pas naar buiten komt, verbaast hem. ‘Boeren gebruiken deze kiemremmer al jaren. Sommigen al meer dan veertig of vijftig jaar.’ Het valt hem ook op dat mensen ineens schrikken als ze horen dat boeren chloor gebruiken voor het bewaren van aardappelen, terwijl dat altijd zo geweest is. ‘Mensen springen toch ook in een zwembad vol met chloor?’, merkt hij op.

Geurige alternatieven

Er zijn een aantal alternatieven. Zoals Argos, een kiemremmer die bestaat uit olie uit sinaasappelschillen. Of Biox-M: een biologisch middel op basis van groene muntolie. Met het muntmiddel experimenteert akkerbouwer Martin de Ruiter, als een van de eersten in Nederland. Hij gebruikt het nu voor het tweede jaar. Vergeleken met chloorprofam, heeft De Ruiter er nog geen hoge pet van op. ‘Chloorprofam is makkelijk toe te passen. Biox-M niet. Je moet het constant in de gaten houden, en continu de juiste hoeveelheid meten. Daarnaast kost het veel: ik ben maar liefst negen keer zo duur uit.’ 

Ook is er wat te doen over de geur van de nieuwe middelen. Volgens Van den Heuvel is de lucht nogal kenmerkend. ‘Het zou zomaar kunnen dat aardappelen straks een beetje naar munt of sinaasappel ruiken, of daar zelfs een klein beetje naar gaan smaken. Die bijsmaken moeten we misschien leren accepteren.’

Door de nieuwe kiemremmers bestaat de kans dat aardappelen naar munt of sinaasappel gaan ruiken. Of daar misschien zelfs wel een beetje naar smaken. 

Chloor tot in het beton

‘Een kenmerkende geur? Zeg maar gerust zeer indringend’, zegt De Ruiter lachend. ‘Als je net na het toepassen van de muntolie in de schuur komt, lijkt het net alsof je in een levensgrote tube tandpasta staat.’ Hij heeft lol om zijn eigen grap, maar zijn lach verdwijnt ook weer snel. ‘Het verbod is echt ingrijpend. We mogen onze aardappelen waarschijnlijk ook niet meer bewaren in de schuur waarin het middel is gebruikt. In mijn geval is dat meer dan veertig jaar.’

Een protocol voor het schoonmaken van de opslag is er nog niet. Daarom probeert de akkerbouwer zelf het een en ander om het chloor uit zijn schuurmuren te krijgen. Bijvoorbeeld door de wanden met heet water af te spuiten via een hoge drukspuit. Of de boel te stofzuigen. ‘Natuurlijk niet met dat apparaat dat je binnenshuis gebruikt’, zegt hij. ‘Dan moet je echt denken aan zo’n grote industriestofzuiger.’ Maar hij vreest dat zijn schoonmaakpogingen niet afdoende zijn. ‘Ook na het reinigen zullen sommige aardappelen nog steeds een te hoog residu chloorprofam bevatten. Het spul zit tot in het beton. Dat krijg je er nauwelijks uit.’

Aardappelramp 

Een nieuwe schuur bouwen, is geen optie. De Ruiter: ‘Dat kost enorm veel geld.’ Daarom hoopt hij op een versoepeling van de maatregel, zodat zijn aardappelen niet direct worden afgekeurd bij het aantreffen van het minste of geringste beetje van het verboden chloor. ‘Als dat niet gebeurt, vrees ik dat al die goede, gezonde aardappelen die we decennia hebben gegeten, als chemisch afval worden gezien. Dat zou een aardappelramp zijn. Voor de hele sector.’

Het kiemen van aardappelen niet meer remmen, is ook geen optie. ‘Dan worden ze taai en droog. In plaats van twaalf maanden, zouden we de aardappelen in dat geval maximaal drie maanden kunnen bewaren. Met als gevolg dat er een groot deel van het jaar geen aardappelen in de winkels liggen.’

Na de behandeling met muntolie stinkt de schuur, alsof je in een levensgrote tube tandpasta staat.

De beste manieren om ze thuis te bewaren

Aardappelen thuis net zo lang bewaren als in een boerenschuur, kan haast niet. Gasmiddelen in huis halen is geen goed idee. Een indringende geur van munt- of sinaasappelolie laten de meeste mensen vermoedelijk ook liever buiten de deur. Er zijn wel andere manieren om aardappelen thuis zo lang mogelijk te bewaren. Van den Heuvel geeft ons tips. ‘Probeer in huis een plek te vinden die het ondergrondse nabootst, zoals boeren ook in hun schuur doen. Zoek een koude, donkere en droge plek. Bijvoorbeeld een kelder. Als je die niet hebt, is een kast ook prima.’

Aardappelen in de koelkast bewaren, raadt hij af. ‘De kou zet het zetmeel om in suiker, waardoor de smaak verslechtert. Maar denk bijvoorbeeld ook eens aan het lichtje in je koelkast. Dat gaat continu aan-en-uit en door die overvloed aan licht beschadigt de aardappel. Dan kan hij groen kleuren of slijmerig worden, en zijn ze niet meer lekker.’ Zijn laatste bewaartip: haal ze uit het plastic. ‘Zodra je de aardappelen in huis hebt, haal ze dan uit de verpakking. Door het plastic kunnen de aardappelen niet meer ademen. Bewaar ze liever in een krat of een mand. Of, als je er eentje hebt, in een juten zak.’

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?